Op 1 januari 2020 treedt de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking.
Over de arbeidsrechtelijke wijzigingen die het gevolg zijn van de invoering van de WAB in volgende blogs meer!
Afhankelijk van de redenen waarom een dienstverband moet eindigen, kan het zowel voor werkgevers als werknemers interessant zijn om voor 1 januari a.s. in onderling overleg de arbeidsovereenkomst te beëindigen en een beëindigingsovereenkomst te sluiten.
Voor de werknemer omdat de transitievergoedingen na 1 januari 2020 in het algemeen lager zullen zijn;
Voor werkgevers als er sprake is van een (te) “dun” dossier omdat rechters bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst via de rechter na 1 januari 2020 in die gevallen juist hogere vergoedingen zullen toewijzen dan nu het geval is.
Het valt dan ook te verwachten dat voor het einde van het jaar een flink aantal beëindigingsovereenkomsten gesloten zullen worden. In die beëindigingsovereenkomsten moet, naast toekenning van een transitievergoeding als daar recht op bestaat, een aantal vaste punten worden opgenomen om de werknemer aanspraak te kunnen laten maken op een WW uitkering.
Een aantal van deze punten:
Het noemen van een neutrale ontslagreden waaruit blijkt dat het de werknemer niet te verwijten is dat de arbeidsovereenkomst eindigt.
Het opnemen dat er geen sprake is voor een dringende reden van ontslag.
Het opnemen dat de arbeidsovereenkomst eindigt op initiatief van de werkgever.
Vrijstelling (of niet) van een concurrentie en/of relatiebeding.
Verrekening van opleidingskosten (of niet).
Vergoeding van juridische kosten.
Eveneens moet in de beëindigingsovereenkomst de wettelijke bedenktermijn van 14 dagen worden opgenomen waarbinnen de werknemer eenzijdig en zonder reden de beëindigingsovereenkomst alsnog kan ontbinden.
Het juist formuleren van de bepalingen van de beëindigingsovereenkomst moet nauwkeurig gebeuren en juridisch juist zijn.

Zoek dus altijd eerst juridisch advies zowel als werkgever als werknemer als er een beëindigingsovereenkomst moet worden opgemaakt en vertrouw niet op de in omloop zijnde voorbeelden waarvan de bepalingen waarschijnlijk niet van toepassing zijn op het betreffende geval.